Het is vrijdagmiddag, 16 oktober, en m’n dochter en ik zijn vanuit onze thuishaven Akersloot via de Zaan en het Noordzeekanaal naar Seaport Marina gevaren. Blijft toch een heel eind op de BBM maar rond een uur of 7 liggen we voor de sluizen in IJmuiden. Ik woon al bijna 50 jaar in Heemskerk en ben al ontelbare keren over de kleine sluis heen gereden. Maar nu echt een keer zelf in de sluis te liggen geeft een fantastisch gevoel. Als de deur opengaat ligt de zee voor ons open en proeft onze Jouet voor het eerst zout water !
De gribfiles geven voor het weekend een windje bf 2-4 aan vanuit het Noorden. Het weer is grijs en het motregent af en toe maar we zijn er goed op gekleed.
Zaterdagmorgen eerst lekker ontbeten met broodjes en knakworstjes en daarna varen we fris gedoucht de haven uit. Met onze AIS-ontvanger kunnen we mooi de grote schepen in de gaten houden en na melding bij port-control (geeft ook al zo’n leuk gevoel) sturen we aan op de pieren. Als we dichterbij zee komen beginnen we de deining al te voelen die overgaat in behoorlijke golven als we de Noorderpier ronden. Daarna wordt het water rustiger en als we de zeilen hijsen en de BBM uitzetten is het stil. Toch wel een anti-climax dat als je nu eindelijk een keer de zee op gaat er geen wind staat. We dobberen richting het Noordwesten en ons doel is om zover de zee op te gaan zodat we de kust niet meer kunnen zien.
Gelukkig trekt de wind wat aan en met 3 knopen sturen we richting het windmolenpark “Egmond aan zee”. Plan was om hier omheen te varen maar dat gaat waarschijnlijk niet lukken. Langzaam verstrijkt de tijd, verdwijnt de kust en komen de molens dichterbij. Plotseling zien we op de AIS een “Windcat” met 30 knopen op ons afkomen. Zijn we te dicht bij de molens gekomen ? Hij buigt al snel af en dan horen we een soort sirene die van het windmolenpark vandaan lijkt te komen. Na een blik op de kaart blijkt het geluid inderdaad van de dichtstbijzijnde molen te komen.
Het wordt al wat later en we besluiten om weer koers te zetten naar de kust. Wind is nu aangetrokken tot bf 3-4 en de terugweg gaat een stuk voorspoediger. Het wordt nu snel donker en de lichten van Tata verlichten de horizon. We sturen aan op het rode licht van de Noorderpier en laten daar onze zeilen zakken. Op de BBM varen we na zo’n 8 uur op zee de jachthaven weer binnen.
Verwachting voor zondag is een mooie bf 3-4 uit het Noordwesten met wat regen aan het begin van de dag. Na een goed ontbijt met gebakken ei en kaas zijn we rond een uur of 1 weer op pad gegaan. Het lijkt ons leuk om de kustlijn naar het Noorden zo lang mogelijk te volgen en wat leuke foto’s en video’s te maken. Tussen de pieren is de golfslag venijniger en ons bootje danst door de golven. Ook nu wordt het buiten de pieren weer wat rustiger maar de golven blijven korter, waarschijnlijk omdat het water ondieper is. We varen lekker met zo’n 4 knopen langs de kust totdat we bij Egmond komen. Dan valt de wind weg en liggen we te dobberen. Na een half uur trekt de wind weer iets aan maar is nu geruimd naar het Noordoosten. Scherp aan de wind naar het Noorden lukt niet omdat de golven, die op kop binnenkomen, ons steeds stilleggen. Dan maar met ruime wind pal naar het Westen waardoor Egmond al snel kleiner wordt.
Plotseling zien we een donkere vlek in het water die we al eerder gezien hebben. Nu blijft de vlek wat langer aan de oppervlakte en zien we duidelijk de kop van een nieuwsgierige zeehond.
Al stuiterend varen we een eind naar het Westen en draaien dan terug naar het Zuiden. Omdat er zo weinig wind is besluiten we om de spinaker bij te zetten. Het kost moeite om hem goed gevuld te houden doordat de golven, die schuin van achteren inkomen, ons bootje heen en weer kantelen.
Je merkt nu goed dat de dagen een stuk korter zijn en al gauw wordt het weer donker. We besluiten om de spinaker naar beneden te halen en koersen aan op IJmuiden. Het is nu helder en in de wijde omtrek zien we allerlei lichten. Grote boten die stilliggen in het ankergebied, de rode (knipperende) lampjes van de windmolenparken, de lichtjes van Egmond, Castricum en Wijk aan Zee, de vuurtoren en natuurlijk de staalfabriek.
We sturen aan op de witte knipperboei van de Baloeran (vreemd gevoel dat je over zo’n grote boot heen vaart) en daarna weer op de Noorderpier. Bij de pier melden we ons bij port-control die ons waarschuwt voor een cruiseschip dat ons tegemoetkomt. Ons bootje is wel heel nietig als we langs dit schip de jachthaven in varen. Het was weer een hele mooie dag en tevreden varen we om 10 uur onze box weer binnen. De volgende dag is ons avontuur (voorlopig) weer voorbij en koersen we naar Akersloot waar we rond 3 uur aankomen.
Voorlopige conclusie is dat de Jouet en bemanning deze tocht goed overleefd hebben. Volgend jaar is het plan om met de Small Ships Race de overtocht naar Engeland te maken.
Het blijft natuurlijk een klein dobberbootje op zo’n grote zee maar we kunnen het iedereen aanraden die met het idee rondloopt.
Voor navigatie hebben we een kleine laptop gebruikt waarop OpenCPN draait onder Windows 10 en kaart NL1 van NV Verlag. AIS vonden we erg waardevol omdat je op die manier de schepen in de buurt goed in de gaten kunt houden, vooral bij slecht zicht (mist/ donker). Voor ontvangst gebruiken we een Advansea RX-100 waarop we ook een GPS-muis hebben aangesloten. Via USB wordt zowel de AIS-informatie als de GPS-locatie zichtbaar in OpenCPN.
Aan boord hebben we een handmarifoon (Icom M1euroV) en een vaste marifoon (Standard Horizon GX-1100) die via een splitter (Easysplit) verbonden is met de antenne (Metz) in de top van de mast.
Onder een zaling een aluminium radarreflector en verder een kompas en goede boordverlichting. De reflector is aan de kleine kant (20 cm) en de plaats was ook niet handig, verbeterpuntje. Daarnaast goede en warme zeilkleding, handschoenen en waterdichte laarzen. Literatuur bestaat uit “4 zomers zeilen”” van Henk Bezemer en “Een meisje, een droom” van Laura Dekker.